Vrouwen met grote ringen om hun lange nek bij het Inle meer, zachte zwevende ballonnen boven tempels in Bagan en overal krachtige kleuren in de natuur om je heen. Dát is Myanmar.
Het voelt een beetje alsof je in een tijdmachine bent gestapt. Behalve dan in de nieuwe hoofdstad: Naypyidaw (spreek je uit als: Nèpidò), waar je bijvoorbeeld een 9-baans weg vindt. Wel opmerkelijk: de stad is bijna uitgestorven. De regering van Myanmar heeft hem compleet nieuw gebouwd, alle overheidsgebouwen hiernaartoe verplaatst en uitgeroepen tot hoofdstad.
Het boeddhisme is hier trouwens sterk aanwezig. De tempels worden druk bezocht door de vele monniken en lokale bewoners die hier komen. Tip: maak eens een praatje met ze. Op die manier leer je echt het land kennen.
Of bezoek Mandalay Hill. Met 230 meter is deze berg te beklimmen via trappen. Pelgrims doen dit ook en brengen onderweg offers bij de Boeddhabeelden.
Maar het hoogtepunt van alle religieuze bouwwerken is toch wel Bagan. Dit is ook de plaats waar je heen gaat voor je ballonvaart. Precies ja, dat bekende plaatje van de zonsopgang, tientallen ballonnen en hoge tempels.
Na alle tempel bezoeken is het tijd voor natuur. Het bekende Inle-meer, waar de Intha-minderheid woont, is maar liefst 32 kilometer lang en 6 kilometer breed. De Intha’s roeien anders dan anderen, namelijk met één been. Zo hebben ze beide armen vrij voor de visvangst, logisch toch? Én doordat ze staan hebben ze een beter uitzicht over het meer.
In onze zomervakantie is het regenseizoen het hevigst. Pak je poncho dan sowieso maar in. De beste reistijd voor een reis naar Myanmar: onze winter. Waarom? Dan valt de minste regen en is het niet al te warm. Zo tussen de 20 en 30 graden. Dus, boeken maar!
Dit land is ‘gewoon’ bijzonder. Dus, ga erheen voor dat het land haar titel ‘meest authentieke land in de regio’ verliest.
